Glas actueel 25/1/2013Print

Dit bericht werd geplaatst in Actueel, Glas en getagd op .

Tuta absoluta duikt al op

De meeste tomatentelers kregen de voorbije jaren te maken met Tuta absoluta. Vorig jaar kon deze mineermot in de meeste gevallen onder controle worden gehouden. Hier en daar flakkerde de populatie aan het einde van de teelt echter op. Het nieuwe teeltseizoen is nog maar net begonnen en we krijgen al melding van de aanwezigheid van T. absoluta in tomatenserres. Het is dan ook aangewezen om deze plaag goed op te volgen en tijdig in te grijpen waar nodig. Hieronder een aantal richtlijnen.

Alles begint bij een goede monitoring

Hang feromoonvallen op, vervang tijdig de feromooncapsules (om de zes weken) en controleer regelmatig de lijmplaten. Plaats daarnaast ook UV-lampen om de motten weg te vangen. Telers die tijdens de teeltwissel feromoonvallen of UV-lampen hebben gehangen, zullen wel gemerkt hebben dat zij ook dan T. absoluta op de lijmplaten vonden. Het is dus niet omdat er geen teelt staat en omdat je net een grondige teeltwissel achter de rug hebt, dat daarmee T. absoluta uit de serre is verdwenen. Deze mot verstopt zich in allerlei hoekjes en spleetjes en infecteert van daaruit opnieuw de jonge teelt. Controleer ook de jonge plantjes al regelmatig op de aanwezigheid van mineergangen van deze mot.

Zet zo snel mogelijk Macrolophus uit

Een goede Macrolophus-populatie is essentieel om T. absoluta onder controle te houden. De ervaringen vorig jaar hebben aangetoond dat T. absoluta bij een voldoende aanwezigheid van Macrolophus goed beheersbaar is. Om dit te bereiken, moet je nu al starten met de natuurlijke bestrijding. Informeer bij je plantenkweker welke chemische middelen er werden toegepast op de plantjes. Zodra er geen nadelig effect van deze middelen op Macrolophus meer mag worden verwacht, kan je starten met uitzetten. Voeder regelmatig bij en volg de populatie van Macrolophus ook op in de uitzetplaatsen. Normaal kan je verwachten dat Macrolophus zich zo’n acht tot tien weken na uitzetten begint te verspreiden in de serre.

Wacht niet te lang om ook met andere middelen in te grijpen

Wanneer je mineergangen met rupsen van T. absoluta ziet op de blaadjes en wanneer er op dat moment nog niet voldoende Macrolophus aanwezig is, mag je niet te lang aarzelen om ook met andere middelen in te grijpen. In eerste instantie kan Bacillus thuringiensis worden ingezet, maar er zijn ook een aantal chemische middelen beschikbaar om de plaag onder controle te houden. Wacht echter niet te lang, want een bespuiting van lege mineergangen heeft geen zin. De rupsen zijn op dat moment verpopt en poppen zijn ongevoelig voor chemische bestrijdingsmiddelen tegen rupsen. Zijn de rupsen toch al verpopt, houd in dat geval de daaropvolgende weken het bovenste gedeelte van de planten in de gaten. Wanneer de poppen uitkomen zullen de motten daar de eerste eieren afzetten en niet veel later zullen de eerste mineergangen verschijnen. Let op: een paar mineergangetjes in de hele serre betekent niet dat je intensief moet beginnen spuiten. Volg ook het resultaat van de behandeling op en controleer of de rupsen inderdaad werden afgedood. Heeft de behandeling niet het gewenste resultaat, ga dan op zoek naar de reden hiervoor. Indien nodig, moet je de behandeling herhalen. Ook hier is een goede monitoring de sleutel tot succes. Werd Macrolophus al uitgezet op het moment van behandeling? Zorg er dan voor dat de uitzetplanten en een aantal planten ernaast niet worden bespoten. Macrolophus verspreidt zich de eerste weken na uitzetting slechts in beperkte mate. Op deze manier kan een chemische behandeling toch worden toegepast kort na uitzetting.

Meer informatie over T. absoluta vind je op het extranet van het Proefstation voor de Groenteteelt en het Proefcentrum Hoogstraten.

 

Auteurs: L. Wittemans, E. Berckmoes, B. Van Calenberghe (PSKW) en R. Moerkens (PCH)

 

Lees hier verder als abonnee.